De bewindvoerder moet verslag uitbrengen bij:

  • de vrederechter;
  • de beschermde persoon als zijn toestand dat toelaat;
  • de andere bewindvoerder of de nieuwe bewindvoerder, indien die er is;
  • de vertrouwenspersoon.

De vrederechter kan vragen om andere betrokkenen zoals familieleden of de maatschappelijk werker op de hoogte te houden.

De verslagverplichting voor de bewindvoerder verschilt naargelang van het soort opdracht.

Bewindvoerder met vertegenwoordigingsopdracht

Aanvangsverslag: Dit verslag schetst, naargelang het geval, de levensomstandigheden, de vermogenstoestand en de inkomsten van de beschermde persoon. Het wordt neergelegd binnen de zes weken na de kennisgeving van de beslissing.

Periodiek verslag: De vrederechter kan bepalen hoe vaak de bewindvoerder verslag moet uitbrengen (jaarlijks of niet). De bewindvoerder informeert, naargelang het geval, in de verslagen over het beheer van de goederen, over de data van de ontmoetingen met de beschermde persoon en de vertrouwenspersoon en over de leefsituatie van de beschermde persoon.

Eindverslag: Er moet een eindverslag worden bezorgd wanneer de opdracht van de bewindvoerder wordt stopgezet. Dat verslag bevat de reden van de stopzetting, de vermogenstoestand en de levensomstandigheden van de beschermde persoon. Het moet worden bezorgd binnen de maand na de beëindiging van de opdracht.

Klik hier voor de modellen van verslagen.

Bewindvoerder met bijstandsopdracht

De bewindvoerder moet geen aanvangsverslag opmaken. Daarnaast gelden dezelfde verslagverplichtingen als bij de bewindvoerder met vertegenwoordigingsopdracht. Het verslag is in dit geval beperkt tot de handelingen waarvoor bijstand werd verleend.

Als de bewindvoerder tegelijk bewindvoerder over de persoon en over de goederen is, maakt hij één gemeenschappelijk verslag op in plaats van twee verslagen.

Klik hier voor de modellen van verslagen.

Ouders-bewindvoerders

Voor ouders-bewindvoerders bepaalt de vrederechter tijdens de eerste zitting of en wanneer de ouders verslag moeten uitbrengen. Er wordt een eindverslag opgemaakt als de beschermde persoon of de nieuwe bewindvoerder dat vraagt.

Klik hier voor de modellen van verslagen.

Hoe een verslag opmaken

Sinds 1 juni 2021 hangt alles af van de hoedanigheid van de bewindvoerder of van diens inschrijving in het Centraal register van de bescherming van de personen.

  • In geval van een professionele bewindvoerder (vb. een advocaat) of als de bewindvoerder in het Centraal register van de bescherming van de personen is ingeschreven: het verslag moet in principe aangevuld worden in het elektronisch dossier van het Centraal register van de bescherming van de personen.
  • In geval van een familiaal bewindvoerder (een persoon uit de omgeving van de beschermde persoon) die niet is ingeschreven in het Centraal register van de bescherming van de personen: het verslag kan worden overgemaakt aan of neergelegd worden bij de griffier na aanvulling van een van de modellen die op de website beschikbaar zijn via deze link.