Er was lang een gedoogbeleid voor sekswerk, maar geen legaal kader. Dat bracht veel problemen met zich mee aangezien iedereen die met sekswerkers samenwerkt, zoals een boekhouder of chauffeur, ook onderdeel werd van strafbare praktijken. Zonder wettelijk kader kon een sekswerker bijvoorbeeld niet naar een bank stappen om een hypothecaire lening te verkrijgen.
Om sekswerkers erkenning en bescherming (zoals een sociaal statuut en een vangnet bij verminderd inkomen) te bieden, wordt de uitbating van sekswerk voor meerderjarigen stapsgewijs gedecriminaliseerd. Zelfstandige sekswerkers kunnen zo op legale wijze aan sekswerk doen zonder de hindernissen uit het verleden. In een volgende fase worden erkende uitbaters en dus arbeidsovereenkomsten toegelaten.
Reclame maken voor prostitutie van een meerderjarig persoon is enkel toegelaten wanneer men reclame maakt voor eigen seksuele diensten, zoals bijvoorbeeld een raam in een ruimte waar men vandaag al aan prostitutie doet. Ook reclame is toegelaten op internetplatformen of kranten en tijdschriften die daar specifiek voor bedoeld zijn. Denk aan de klassieke kleine advertentie in een krant. Internetplatformen moeten alle gevallen van misbruik en uitbuiting onmiddellijk melden aan politie en parket.
De wet voorziet in een specifiek strafrechtelijk kader als aanvullende waarborg voor misbruik van prostitutie van meerderjarigen die niet onder de bepalingen inzake mensenhandel vallen. Zo wordt de uitbating van sekswerk gedecriminaliseerd maar als blijkt dat er een element van mensenhandel of misbruik bestaat, blijven de handelingen strafbaar.