De rechter legt een hoofdstraf op en heeft de mogelijkheid om daarnaast ook een bijkomende straf op te leggen.
Hoofdstraffen zijn straffen die de rechter alleen, zonder een bijkomende straf, kan opleggen. In principe zijn er drie categorieën:
- Criminele hoofdstraffen: opsluiting en hechtenis (deze laatste straf is voorbehouden voor politieke misdaden).
- Correctionele hoofdstraffen: gevangenisstraf van 8 dagen en meer, werkstraf van 46 uren en meer en geldboete van 26 euro en meer.
- Politiehoofdstraffen: gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen, werkstraf van 20 uren tot 45 uren en geldboete van één tot maximum 25 euro.
Bijkomende straffen zijn straffen die de rechter enkel kan opleggen als hij ook een hoofdstraf oplegt.