Exact tien jaar geleden implementeerde België het Verdrag van Den Haag over de interlandelijke adoptie (1) in de nationale wetgeving. Tegelijk ontstond binnen de FOD Justitie de dienst Internationale adoptie om buitenlandse adopties te erkennen. Een geknipt moment voor een terugblik.

Adoptie is een complexe materie en vraagt goede samenwerking tussen verschillende bevoegdheidsniveaus. Zo worden in ons land de grondvoorwaarden tot adoptie (leeftijd, geschiktheid, toestemming, gevolgen, …) en de voornaamste procedureregels op federaal niveau bepaald. De gemeenschappen zorgen dan weer voor de voorbereiding, de bemiddeling en de nazorg van de adoptie.

4331 dossiers

Tussen 1 september 2005 en 31 augustus 2015 behandelde de federale centrale autoriteit (FCA) 4331 adoptiedossiers. 3755 (86,7 %) interlandelijke adopties werden erkend en geregistreerd. 3620 kinderen (48 % jongens en 52 % meisjes) werden verwelkomd door hun adoptieve familie. In sommige gevallen konden ook broers en zussen geadopteerd worden: zo ontvingen 245 families 2, 20 families 3 en 4 families 4 kinderen. Er werden ook 129 meerderjarigen geadopteerd. De meeste adoptiekinderen kwamen uit Ethiopië, China, Kazakstan, Colombia en Rusland.

Wat opvalt is dat het profiel van de kinderen door de jaren evolueert. Waar het vroeger vooral jonge kinderen waren, blijkt het leeftijdsprofiel nu toe te nemen. Ook worden er meer kinderen met een special need ter adoptie voorgesteld.

Middenklasse

Sinds 2010 stellen we in België, maar ook in de omliggende landen, een daling van het aantal adopties vast. Een toenemend aantal landen treedt toe tot het Verdrag van Den Haag en zij houden meer rekening met het hoger belang van het kind. Ook het ontstaan van een ‘middenklasse’ in de herkomstlanden heeft een invloed. Als gevolg van het subsidiariteitsbeginsel zien we in de herkomstlanden dan weer een toename van de binnenlandse adopties. Dat principe bepaalt dat buitenlandse adoptie een oplossing kan zijn voor een kind maar dat eerst een oplossing moet gezocht worden in het land van herkomst.

Weigeringen

Tussen 1 september 2005 en 31 augustus 2015 weigerde de FCA 576 adopties te erkennen, vooral uit Congo, Ghana, Kameroen, Rwanda en Turkije.

Adoptie wordt soms gebruikt om de regelgeving te omzeilen inzake nationaliteit, de toegang tot het grondgebied en het verblijf van vreemdelingen. Zo kan adoptie geen lapmiddel zijn om kinderen in België te laten studeren of hen te laten genieten van de sociale zekerheid.

Daarnaast vindt de FCA het belangrijk dat de matching correct gebeurt. In die context zal de dienst bijvoorbeeld een adoptie waarbij de adoptanten hun kind zelf uitkiezen, weigeren te erkennen.

(1) Voluit: het Verdrag inzake de internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van de interlandelijke adoptie (Den Haag, 29/05/1993)