Ondertekening van het samenwerkingsakkoord aangaande het beheer van het elektronisch toezicht

Op 1 januari is de overheveling van de bevoegdheden van de justitiehuizen naar de drie gemeenschappen een feit. Het elektronisch toezicht is betrokken bij deze overheveling. De gemeenschappen zullen in de toekomst met elkaar overleggen over deze gedeelde bevoegdheid. De continuïteit en de effectieve dagelijkse opvolging en begeleiding van ongeveer 2000 personen onder elektronisch toezicht is gewaarborgd door een samenwerkingsakkoord tussen de gemeenschappen. 

Vandaag, 10 december 2014, ondertekenen de drie bevoegde ministers, Jo Vandeurzen voor de Vlaamse gemeenschap, Rachid Madrane voor de Franse gemeenschap en Antonios Antoniadis voor de Duitstalige gemeenschap het akkoord aangaande het beheer van het elektronisch toezicht in België. Dit is de eerste stap voor de goedkeuring van het akkoord door de gemeenschapsparlementen eind december van dit jaar.

De minister van Justitie, Koen Geens, heeft op de ministerraad van aanstaande donderdag een voorstel tot oprichting van een Interministeriële Conferentie voor Justitiehuizen, als een overlegplatform tussen de gemeenschappen en de federale overheid, laten agenderen. De federale overheid en de actoren van Justitie (gerechtelijke en penitentiaire actoren) blijven verantwoordelijk voor de input van de justitiehuizen. Zij blijven bevoegd om te bepalen wanneer een maatschappelijk onderzoek moet worden uitgevoerd; wanneer een beknopt voorlichtingsrapport wordt gemaakt; wanneer een persoon aan een controle wordt onderworpen en wanneer de betrokkene bepaalde voorwaarden moet naleven zoals het volgen van een opleiding, begeleiding of het ondergaan van een behandeling.

Onder elektronisch toezicht zitten verschillende categorieën van straffen: het gaat zowel over personen in voorlopige hechtenis , als over veroordeelden die een gedeelte van of heel de straf uitzitten. De opdrachtgever legt een elektronisch toezicht op, het Nationaal Centrum voor Elektronisch Toezicht verzekert de opvolging en het toezicht. In een aantal gevallen is een begeleiding door een justitieassistent voorzien.

Het elektronisch toezicht is een federale bevoegdheid sinds 1998. Sinds dat moment kende deze maatregel een enorme evolutie en stijging. In 2012 waren er gemiddeld op dagbasis 1263 personen onder elektronisch toezicht, vandaag gaat het over ongeveer 2000 personen. In 2011 ontving het NCET 3053 nieuwe dossiers, in 2014 is dat aantal gestegen naar meer dan 6000 dossiers, wat een stijging is van meer dan 100 %. Het werk bij het NCET heeft zich aangepast aan deze veranderingen. Er wordt rekening gehouden met de diversificatie van de maatregel: men telt vandaag vijf verschillende types elektronisch toezicht. De meest recentste daarvan is het elektronisch toezicht in het kader van de voorlopige hechtenis. Daarbij kan een onderzoeksrechter beslissen iemand onder elektronisch toezicht te plaatsen tijdens zijn voorlopige hechtenis. Binnenkort zal het elektronisch toezicht kunnen worden uitgesproken als autonome straf, net zoals een gevangenisstraf en een werkstraf.

Gemiddeld kost deze maatregel 25 € per dag (te vergelijken met de kost van 150 € per dag gevangenisstraf). Deze kost kon dank zij de verbetering van werkprocedures en andere gerealiseerde investeringen (op vlak van informatica) teruggebracht worden van 38 naar 25 €, dat is een daling van 34 % in de kosten.

Ondanks een zeer sterke stijging van de werklast bij het Nationaal Centrum van Elektronisch Toezicht, is de efficiëntie gebleven. In 2013 kon 85% van de dossiers positief afgerond worden (in vrijheidstelling) na een goede naleving van het elektronisch toezicht.  Er werd fors geïnvesteerd in personeel en informatica om dit resultaat te verkrijgen.

Vanaf 1 januari 2015 zullen er twee centra voor elektronisch toezicht bestaan: één voor de Vlaamse en één voor de Franse gemeenschap. De Duitstalige gemeenschap zal zich voor de opvolging van het elektronisch toezicht aansluiten bij de ene of de andere gemeenschap en zal werken op basis van bilaterale akkoorden.

Het samenwerkingsakkoord, dat ingaat op 1 januari 2015, bevat een aantal artikels die de samenwerkingsmodaliteiten tussen de drie gemeenschappen regelt. Het respecteert tegelijk de aanbevelingen van de Raad van Europa met betrekking tot het beheer van het elektronisch toezicht.   

Het akkoord vormt een stevige basis voor de toekomst. Samenwerking tussen de gemeenschappen biedt een voordeel in termen van efficiëntie en kostenbesparingen. Er zal een gemeenschappelijk contract worden opgesteld met betrekking tot het materiaal (enkelbanden, boxen, etc…) en voor het programma SISET (gegevensbestand). De ondertekening door de drie betrokkene ministers formaliseert het belang van de samenwerking in het kader van het beheer van het elektronisch toezicht.

Evolutie van het aantal dossiers per jaar

img

Contact
Liesbeth Wyseur: 0473 81 21 74 – liesbeth.wyseur@just.fgov.bejustitie.belgium.be