Over het algemeen bestaat de opdracht van de voogd erin de menselijke, culturele en juridische middelen van het ouderlijk gezag aan te wenden om bij te dragen tot een duurzame oplossing overeenkomstig de belangen van de minderjarige. Hij betrekt de minderjarige bij de verschillende stappen en beslissingen die van hem verwacht worden en begeleidt hem tot het einde van de voogdij.
Hij handelt met steun van de dienst Voogdij en onder toezicht van de vrederechter.
Hij beschikt onder andere, bij wijze van methodologisch kader, over het 'levensproject', omschreven in de Aanbeveling van de Raad van Europa van juli 2007 betreffende de levensprojecten voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
Om voogd te worden, moeten bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Als dat het geval is, kan de kandidaat zijn kandidatuur indienen bij de dienst Voogdij. Naargelang de omstandigheden kan hij eventueel vallen onder het fiscaal en sociaal stelsel van de zelfstandigen en derhalve een vergoeding krijgen.